stilte.

Stilte is dubbelzinnig. Meerduidig. Tweesnijdend. Stilte is volgens de Van Dale de afwezigheid van geluid of beweging. Het is het geluid van luisteren. Volgens sommigen is stilte ongemakkelijk, of hoort het bij introverte mensen. Voor anderen is het een teken van respect, of een teken van verwerking. Waarom wordt stilte zo vaak gekoppeld aan negativiteit?

De afgelopen 3 weken was het hier stil. Een gebrek aan leven en gesprek. Echter niet vanwege pijn, verdriet of enig negatief interpreteerbare emotie. Voor mij als relatief introvert persoon behoort stilte tot één van de meest geruststellende geluiden die er bestaan. Het is een teken dat ik luister, observeer, alles tot me neem en bovenal: geniet. Door zelf stil te zijn begrijp ik anderen, geef ik anderen de ruimte om er te zijn en ben ik mij bewust van wat er om mij heen gebeurt.

Als je zelf – alleen – door ergens loopt, dan geeft het de mogelijkheid om je gedachtes de ruimte te geven om er te zijn. Om écht te voelen wat je voelt, te zien wat je ziet en te ervaren wat je ervaart. Voor mij is dat na alleen te hebben gereisd de meest waardevolle ervaring geweest. Het is hedendaags zo ‘gewoon’ om al je ervaringen te delen met mensen om je heen. Zie je iets moois? Dan vertel je de ander wat je ziet. Maar wat als die ander er niet is? En er niemand is om die ervaring mee te delen? Dan is het alleen jij en jouw gedachtes die dat moois beleven. Beleven; en verwerken. Het maakt ervaringen zo puur & intens!

Neem eens de tijd om écht alleen te zijn, om jezelf de ruimte te geven om daadwerkelijk jezelf te zijn.

Pas dan ervaar je dat stilte ook één van de meest sprekende geluiden kan zijn.

pasen.

De meeste Christenen kennen wel het cliché plaatje wat hoort bij Pasen: het diepe ravijn met aan de ene kant de mens als zondenaren, en aan de andere kant, in de verste verte, God onze Vader. Onbereikbaar, afgesloten en alleen. Vol verdriet, pijn, angst, verlies, schaamte.. noem het maar op. En dan gebeurt het: Jezus komt naar de aarde voor ons, leeft een puur leven en wordt daarvoor op onmenselijke wijze gestraft. Voor ons. Elk van ons. Het kleed is gescheurd en de brug is gebouwd. Het voelt wat onwennig, die eerste stap op de brug te zetten. Ik bedoel, kijk links en rechts van je. Je loopt wel mooi over een ravijn van honderden meters diep. En kijk achter je! Wat een narigheid, maar wel het vertrouwde leventje. Je comfort zone. Ja, dan blijft dat vergezicht nog over… Het paradijs. Bijna te mooi om waar te zijn. En toch is het er wel! Ver weg, maar ook zo dichtbij. Ongrijpbaar, en toch zo bereikbaar. Dus, tijd om toch maar die stap te zetten, voetje voor voetje al schuifelend verder op avontuur. Verder op ontdekkingstocht, maar wel met een einddoel in zicht. Niet schuilend in het vertrouwde, en niet als een kip zonder kop rondrennend, nee. Met opgeheven hoofd, standvastige blik vooruit, met een volgepakte backpack -een gewone rugzak is immers veel te klein voor alles wat je mee mag nemen-, stevige stappers en een Vriend aan je zij.

En dat is precies hoe ik Pasen zie, en de betekenis daarvan. Het herinnert mij er elk jaar weer aan dat ik een doel heb in mijn leven, waar ik onderweg naartoe ben. Jezus stierf voor mij om mij te bevrijden van het nare en onreine en mij de mogelijkheid te geven om het eeuwige levenspad te bewandelen met Hem aan mijn zijde. Hij heeft mij geschapen met een backpack vol talenten en eigenschappen, stopt daar onderweg nog wat familie en vriendschappen bij in, en stuurt mij op pad met een doel. Een missie. Een missie om

mijn talenten en gaven in te zetten

(‘Want God heeft ons gemaakt. En Hij heeft ook Zelf in Jezus Christus nieuwe mensen van ons gemaakt. Nu kunnen we voor Hem de goede dingen doen die Hij van tevoren al voor ons had bedacht.’ Efeziërs 2:10),

een licht te zijn voor de wereld

(‘Doe alles zonder mopperen en zonder ruzie, zodat niemand een kwaad woord van u kan zeggen. Leef in deze ontwrichte, bedorven wereld als zuivere, onschuldige kinderen van God. Want in deze wereld bent u als sterren die het licht van God uitstralen en die de mensen het woord voorhouden dat het leven geeft’ Filippenzen 2:14-16a) en

Hem lief te hebben en te eren

(‘Hij antwoorde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod.’ Mattheus 22:37-38).

En bovenal mogen we er altijd aan blijven denken dat Hij voor ons gestorven is uit zijn onbevattelijk grote, intense liefde voor ons en dat we mogen vertrouwen en weten dat dat iets is wat tot in alle eeuwigheid zal blijven bestaan, wat er ook gebeurd in de relatie tussen jou en de Vader.

tijd voor pauze.

Zo lang afgeteld, zo lang gewacht. En nu: bijna. Bijna, maar nog niet helemaal. Wel genoeg om te kunnen dromen. Dromen over alles wat er nog komen gaat. Want er is nog zo veel wat ik wil vragen, vertellen, ontdekken, zien.

Tegelijkertijd wil ik de tijd pauzeren en leven & genieten in het nu. Realiseren dat het heden ook genoeg is. Maar voor een toekomstdenker als ik is dat vaak makkelijker gezegd dan gedaan. En juist daarom zijn momenten als deze zo waardevol. Het zijn momenten waarbij je even wordt stilgezet bij de reden waarom je vanochtend wakker werd en de keuze maakte om de nieuwe dag tegemoet te treden.

Wat is jouw drijfveer in het leven?
Wat zij de momenten dat je echt geniet?
Wie zijn de meest waardevolle mensen om je heen?
Wat wil je vandaag bereiken?

Het zijn vragen die eigenlijk zo eenvoudig zijn, maar zo veel meer kracht hebben dan je denkt. Het zijn vragen die op een sombere dag de zon weer kunnen laten schijnen. Die in de tunnel van de eindeloze dagelijkse sleur weer voor wat licht kunnen zorgen.

Weet je wat ik ga doen? Weet je welke uitdaging ik aan jou mee wil geven vandaag?
> Pak een vel papier en een stift, schrijf bovenstaande vragen op en plak ze boven je spiegel of op je deur. Zorg dat je elke ochtend deze vragen kan beantwoorden, en voor je het weet begin je elke dag;

 met een paar extra zonnestralen en een stralende lach. 

ga en groei.

Uitkijkend over de zee zie ik de golven dansen op het water. Eén voor één bewegend op hun eigen melodie. Ik kijk en zie in de verre verte andere plekken, vele voor mij nog onbekend en onbewandelt. Ik kijk, en besef hoe klein ik ben tegenover het grootse van de eindeloze wateren.

Klein, maar bevoorrecht. Bevoorrecht om op al die onbewandelde plekken mijn voetafdrukken achter te laten. Te gaan. Ontdekken. Zien. Zijn. Te zijn wie ik ben, wie ik bedoelt ben om te zijn, en wie ik ga worden. Wie, waar, waarom?

Mijn wortels zijn zwak. Het is slechts een windvlaag dat mij in beweging zal brengen. Op reis naar de verre verte, op zoek naar wie ik werkelijk ben. Want hoe kan ik weten wie ik werkelijk ben, zonder mijn wortels in andere grond geplant te hebben?
Zonder geprobeerd te hebben om zelfstandig te groeien, zonder écht geproefd te hebben van wat deze wereld mij brengen kan?

Ik hoop te zijner tijd daadwerkelijk te gaan bloeien, en waar dat mag zijn dat is mij nader onbekend. Hoe comfortabel de huidige bubbel ook mag zijn: er is meer. Eindeloos veel meer. En hoe zonde is het om later terug te kijken op het leven en niet te weten of je ergens anders nog mooier gebloeid zou hebben? Dit is je kans om te gaan. De wereld is zo groots, de afstand echter zo klein. Nu kan je gaan, terug kan je altijd.

‘’If we were meant to stay in one place we would have roots instead of feet’’

Mijn tip: gebruik ze.

lente.

Het is lente! De vlaggen hang ik uit, ik spring in de lucht.
Ik kijk naar buiten, ik geniet. Ik zucht. Droom weg, piep er even tussenuit.

Kijk daar! Koetjes en kalfjes, bloemetjes en bijtjes,
Ook de narcissen staan weer te stralen in de wei.
Allemaal uniek, vol leven, vol kleur. Geniet! Besef! En realiseer.
Ook dit jaar is het weer lente, en wie weet volgend jaar wel weer.

Voel de zonnestralen: neerdalend in grote getale,
Genoeg voor iedereen; voor jong en oud en daartussenin.
Genoeg om bij menig mens een glimlach te toveren.
Genoeg, om zonder iets te zeggen, de sfeer op straat te bepalen.

Het is alsof de wereld voor eventjes opnieuw geboren wordt.
Alsof naastenliefde voor het eerst écht bestaat.
Bizar, waanzinnig en bijzonder mooi, hoe iets kleins als vitamine D en wat beginnend groen,
Kan zorgen voor zo’n ondersteboven resultaat.

Hier en daar een regendruppel, af en toe een frisse bries.
Ik doe mijn kin omhoog en mijn rits een stukje dicht,

Het is lente. Dus het doet me niets.

 

ochtend vreugde.

De ochtend doet haar intrede,
De vogels kondigen de morgen aan.
De zon zwaait de maan gedag en de nieuwe dag staat te springen,
voor wat het ieder mens vandaag weer geven mag.

Alle gordijnen gaan weer open, er komt weer leven in de brouwerij. Het straataanzicht wordt veelvoudig gevuld met menig werknemer, student, ouder en kind. De fietsbellen klinken je om de oren, geuren van verse koffie-voor-onderweg komt je in vlagen tegemoet. Kijk om je heen en zie de wereld leven: ook vandaag komt het wel weer goed.

Voel het leven, vier de dag. Een nieuwe kans om te geven, met een dosis vrolijkheid en een grote lach.
Want wie geniet er nu niet, van iets zo simpel als twee mondhoeken omhoog?
En wat zou het ontzettend mooi zijn, als ieder mens dat wat vaker zag.

Dat ieder mens kon delen, in zijn vreugde en plezier.
Dat ieder mens één iemand aan kon steken, gewoon, op zijn eigen manier.
Kon geven wat hij over had, en een beetje extra op zijn tijd.
Het klinkt zo simpel, maar de werkelijkheid doet anders blijken:

Veel mensen zijn die pure vreugde kwijt.

Zullen we weer terug naar het begin? Naar dat moment dat de vogels fluiten. Het moment dat jij jouw dag begint en een keuze kan maken.
De keuze om in de spiegel te kijken, die mondhoeken de lucht in te gooien,
op je fiets te stappen en onderweg, hier en daar en overal,

een overdosis vreugde te strooien.

mijn hoofdstuk.

Ik zwerf door de onbekende straten. Straten in een onbekende stad. Een stad vol nieuwe gezichten, nieuwe verhalen. En ik, ik ben daar één van. Een mens met een eigen hoofdstuk in een oneindig dik boek. Stel je voor, dat je dat boek zou gaan lezen. Je bladert door de pagina’s: van voor naar achter en weer andersom.

Wat maakt jouw hoofdstuk het lezen waard?

Ben jij die ontdekkingsreiziger die angsten overwon en uit zijn comfort zone durfde te stappen, op zoek naar avontuur? Of ben jij die ambitieuze vrouw, die alle vooroordelen van de wereld opzij zette en haar hart achterna durfde te gaan? Of misschien ben jij die vriend of vriendin, die dag in dag uit 24/7 klaarstond om er te zijn voor wie jou nodig had?

Zo. Veel. Verhalen.

En het mooie is, dat ieder individu de pen zelf in handen heeft, en ook nooit los kan laten. Je kan geen strepen zetten door de fouten die je hebt gemaakt, of ergens tussen twee alinea’s nog een nieuwe stoppen. En wellicht klinkt dat beangstigend, dat is begrijpelijk. Het betekent dat je een stuk controle los moet laten. Ik -die het liefst altijd de touwtjes in handen wilt hebben- daag je uit, om dit juist als één van je grootste vrijheden te gaan zien.

Ik heb mijn pen in handen, en schrijf mijn verhaal. Mijn fouten staan op papier, maar in de volgende alinea staan mijn overwinningen. Mijn levenslessen. Mijn liefde. Mijn verdriet. Het is mijn persoonlijke boek des levens, puur als het kan zijn.
Het is menselijk, eerlijk, oprecht. Bovenal: het is imperfect.

Want ik ben liever de auteur van een echte page turner, dan een boek waarbij je vanaf de eerste pagina het einde al weet.

puzzelen.

Naast de warmte van het knetterende haardvuur zijn we samen. Samen aan het puzzelen. Jij een stukje, ik een stukje, jij legt er één en ik daarna. Opnieuw en opnieuw.

We leggen onze eigen stukjes, maar houden tegelijkertijd rekening met de stukjes van de ander. We leggen onze eigen stukjes, maar zijn samen bezig met het creëren van het grote geheel.  Stukje voor stukje wordt het plaatje completer, mooier, ingewikkelder.

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet.
Ik zie jou. Ik zie wie en wat je bent. Ik ken al je kanten. Onder, boven, voor en achter. Ondersteboven. Ben ik van jou. En jij van mij. Samen, wij.

Wij op reis, met z’n twee. Bergen, wegen, zee. Eindeloze wegen, nog vele niet in zicht. Maar we zijn onderweg, we maken kilometers. Laten vele wegen achter ons, ver uit ons zicht. Uit ons zicht, maar nooit in de vergetelheid.

Want elke afgelegde kilometer voegt weer een nieuw stukje toe aan onze puzzel.
Een stukje voor jou, een stukje voor mij.
Een puzzel voor ons samen, een puzzel voor wij.

Kom je snel weer puzzelen, samen met mij?